Zorgvisie

Visie op begeleiding en ontwikkeling

Zelfredzaamheid én participatie

De zorg die Grasboom Amersfoort aanbiedt, is erop gericht de bewoner te begeleiden naar een zo zelfstandig mogelijk bestaan. Daarnaast streven we ernaar om eenmaal bereikte zelfstandigheid te stabiliseren. We onderscheiden zes aandachtsgebieden waarop ondersteunende en/of activerende begeleiding gegeven kan worden:

  1. Wonen
  2. Financiën
  3. Sociale relaties
  4. Lichamelijke gezondheid
  5. Psychische gezondheid
  6. Werk en activiteiten

Iedere bewoner ontvangt individuele zorg, die wordt gefinancierd vanuit het PGB. Hoe deze individuele zorg eruit ziet, wordt vastgelegd in het individuele zorgplan. Dit zorgplan is de basis voor begeleiding op maat.

Behalve op zelfredzaamheid, is de begeleiding ook gericht op participatie.
Omdat in ons woonproject 15 jongeren wonen, is dit een prachtige gelegenheid om te groeien in sociaal functioneren. Er is gelegenheid tot sociaal contact en de bewoner leert, net als in een gewone woonwijk, wat het betekent om buren te hebben: rekening houden met elkaar en voor jezelf opkomen.

Binnen het woonproject is een gezamenlijke ruimte gecreëerd waar bewoners elkaar kunnen ontmoeten en waar gemeenschappelijke activiteiten plaatsvinden, zoals kooktrainingen, spel, bewonersvergaderingen, filmavonden etc. Het al dan niet (stimuleren tot) meedoen aan deze activiteiten hangt af van de specifieke individuele ontwikkelbehoeften van de bewoner. Ook hier geldt dat we maatwerk bieden. Het meedoen aan deze activiteiten is in geen geval verplicht.

Werken in de driehoek: Eigen regie en rol begeleiders en ouders

Binnen Grasboom Amersfoort werken we samen in de driehoek: bewoner, begeleider, ouder. De begeleider en ouder vormen samen de basis van de driehoek. De zorgprofessionaliteit van de zorgleverancier en de ervaringsdeskundigheid van ouders vullen elkaar aan. Zij vormen een team.

Omdat het begeleidingsproces is gericht op het ontwikkelen van de eigen kracht van de bewoner, ligt de regie van de zorg – zoveel mogelijk – bij de bewoner, in samenspraak met de begeleider. Samen formuleren zij de ontwikkeldoelen die de basis vormen van het begeleidingsplan.

Ouders worden betrokken bij het begeleidingsproces. Om een veilige leefomgeving voor jongvolwassenen met een stoornis binnen het autistisch spectrum te bevorderen, is afstemming nodig tussen de betrokkenen: de jongeren met autisme, de ouders, de begeleiders en andere voor de bewoner belangrijke personen. De begeleider is zich bewust van het belang van het netwerk, de waarden van waaruit de bewoner is opgevoed en de kracht van het systeem van de bewoner.